Vandaag stond een van de langste reisdagen voor de deur. Een afstand van 338 kilometer moest overbrugd worden. We moesten terug richting Vancouver om dan terug de ferry te nemen en onze weg te vervolgen via de Sea to Sky Highway, bekend als één van de beste road trips ter wereld. Onderweg maakten we een korte pitstop aan Shannon Falls, gelegen in het Shannon Falls Provincial Park. Het park beslaat een oppervlakte van 87 hectare. De belangrijkste bezienswaardigheid is uiteraard Shannon Falls, de op twee na hoogste waterval in British Columbia, waar het water zich vanaf een hoogte van 335 meter naar beneden stort. De watervallen zijn vernoemd naar een William Shannon die hier in 1889 het eerste huis bouwde.
Na aankomst in Whistler hadden we ’s avonds nog ruim de tijd om de eerste indrukken op te doen. Meer dan twee miljoen mensen bezoeken Whistler jaarlijks, voornamelijk om te skiën en te snowboarden en om in de zomer te mountainbiken. Het was dus druk maar in tegenstelling tot sommige andere plekken stoorde dit geen moment. Het centrum is klein en volgestouwd met winkels en restaurants maar beschikt toch over voldoende groen om de drukte te ontsnappen. Met andere woorden een heerlijk stadje waar je, dankzij de vele outdoormogelijkheden, met plezier meerdere dagen wilt blijven. Het voetgangersdorp heeft talloze designprijzen gewonnen en Whistler is sinds het midden van de jaren negentig door grote skibladen tot een van de topbestemmingen in Noord-Amerika uitgeroepen. Tijdens de Olympische Winterspelen van 2010, organiseerde Whistler de meeste alpine, Nordic, rodel-, skeleton- en bobslee-evenementen.
Travel the world 