Het derde paviljoen op het paleisterrein, gebouwd door Joseph Effner, is de Magdalenenklause (Magdalena Hermitage), gelegen ten noorden van de Grand Parterre en gebouwd tussen 1725 en 1728. Keurvorst Max Emanuel heeft de voltooiing van het gebouw niet meegemaakt. Het werd afgewerkt door zijn zoon, keurvorst Karl Albrecht.
De Magdalenenklause is opgevat als de woonruimte van een kluizenaar en staat in een klein, “overwoekerd” bos. Gebouwd met tegels en deels gepleisterd, ziet het er van buiten uit als een ruïne. Scheuren in het metselwerk en afbrokkelend pleisterwerk herinneren aan de kwetsbaarheid van al het aardse. Het gebouw met één bouwlaag heeft een rechthoekige plattegrond. Op de hoeken van het oostfront bevinden zich ronde torentjes.
Het zuidelijke deel van de Hermitage omvat de grotkapel van St. Maria Magdalena en een soortgelijke grotingang. In het noorden bevinden zich de keurvorstenhuizen, die bestaan uit monastieke sobere kamers met eikenhouten lambrisering “à la Capucine” en versierd met kopergravures.












