Een vrije voormiddag dus wat doet een mens: wandelen en winkelen. Het verschil met de vorige avond kon niet groter zijn. We waren vroeg opgestaan en hadden de oude stad voor onszelf. Er waren amper toeristen te zien, enkel de eigenaars van de winkeltjes waren hard aan het werk met boenen en schrobben. Het perfecte moment om de verlaten straatjes in alle rust te bekijken.

’s Middags stond het bezoek aan My Son op het programma. Anderhalf uur bus, een half uur met de boot en het eerste wat we zagen waren tientallen bussen met toeristen. Blijkbaar waren dit allemaal passagiers die met een cruiseschip door Vietnam reisden. My Son was een van de facultatieve uitstappen die ze aan land konden doen. Een rustige bezoek zat er dus niet in. Gelukkig was er de mogelijkheid om bij de ingang een filmpje met informatie over het complex te bekijken, wat onze cruisevrienden massaal deden. Wij gingen vliegensvlug door om ongestoord ons ding te doen.
Net zoals Angkor Wat in Cambodja en Ayutthaya in Thailand is My Son in Vietnam het heilige centrum van een oud rijk. Het 1500 jaar oude bakstenen tempelcomplex was eeuwenlang in vergetelheid geraakt, tot de Fransen het in 1898 herontdekten. De meest waardevolle beelden zijn echter uit de tempels gehaald en zijn nu te zien in het Cham-museum in Da Nang.
My Son was 1000 jaar lang het centrum van de Cham-beschaving. Cham-koning Bhadravarman bouwde er in de 4de eeuw de eerste tempel. Nadat een koning in de 14de eeuw met een Vietnamese prinses was getrouwd en hiervoor een groot deel van zijn rijk afstond, verviel de stad en kwamen de ruïnes in de greep van de wildernis. Nadat het complex was herontdekt onderscheidde een Franse archeoloog 14 groepen van 71 tempels.
Tot en met 1945 groeven de Fransen de monumenten op, bestudeerden ze, catalogiseerden ze en restaureerden ze regelmatig. Twintig jaar later gebruikten de Vietcong het complex echter als basis. De VS begonnen een bommencampagne die talrijke bouwwerken verwoestte, waaronder de twee mooiste en grootste tempels. Nu zijn nog maar 20 van de 71 gebouwen min of meer intact.
Ook al zijn 51 tempels verwoest, het is makkelijk om je in te beelden hoe indrukwekkend dit complex moet geweest zijn in haar hoogdagen. Bewijzen van de Vietnamoorlog zijn ook nog heel aanwezig: er zijn nog steeds verschillende, met regen gevulde bommenkraters te zien tussen de gebouwen.
Tijdens ons bezoek zat er ineens een fotomodel op een van de tempels. Misschien een afstammeling van de Cham?
De terugweg met de boot duurde ongeveer anderhalf uur met een bezoek aan een pottenbakkerij inbegrepen. Een korte wandeling van het hotel bracht ons naar Morning Glory in de backpackersbuurt waar we heerlijke ‘crispy noodles with seafood’ and ‘duck with noodles’ aten. Het water komt mij al opnieuw in de mond …