De Karlskirche is een rooms-katholieke kerk aan de Karlsplatz in Wenen. Carolus Borromeus is de patroonheilige van deze kerk. De kerk heeft een portico naar antiek voorbeeld. In de Karlskirche kan men met een glazen lift naar 30 meter hoogte in de koepel worden gebracht, waardoor de mooie plafondschildering goed zichtbaar is. De twee zuilen aan de voorzijde van de kerk zijn geïnspireerd op de Zuil van Trajanus in Rome; zij versterken de Bijbelse toespelingen op de Tempel van Salomo.
Op 22 oktober 1713, tijdens de laatste grote pestepidemie in Wenen, beloofde keizer Karel VI in de Stephansdom, een kerk voor zijn patroon Carolus Borromeus te bouwen, als de epidemie tot een eind zou komen. De gelofte “Vota mea reddam in conspectu timentium deum” (naar Psalm 21) bevindt zich in gouden letters onder de puntgevel aan de voorzijde. Wegens de gelofte is sprake van een votiefkerk. Toen de pest in 1714 tot een einde was gekomen, schreef de keizer voor de bouw een wedstrijd uit onder architecten. De kerk was van 1783 tot 1918 patroonskerk van de keizer en werd sinds 1738 door de Orde van het Kruis met de Rode Ster uit Praag beheerd. Slechts van 1959 tot 1976 werd de kerk door de Premonstratenzers van het Stift Geras beheerd. De in 1783 gestichte parochie St. Karl Borromäus werd op 31 december 2016 opgeheven en toegevoegd aan de parochie van St. Elisabeth in Wenen-Wieden. Vanaf 1 januari 2017 is het kerkgebouw een quasi-parochie, beheerd door de Orde van het Kruis met de Rode Ster. Tot in de jaren 1950 zong in de Karlskirche regelmatig een knapenkoor, de Singspatzen. In september 2017 is opnieuw gestart met een knapenkoor in oprichting, dat gezongen bijdragen aan de missen moet gaan leveren.




















