Rishengchang Bank was de eerste bank in China en werd opgericht in 1823, in de Qing-dynastie. Het dient nu als een museum dat de wijsheid van Chinezen in financiën laat zien in een tijd waarin alle boekhouding op papier stond en de enige rekentechnologie een telraam was. De bank was de voorloper van het vroege financiële systeem in China en het omgaan met financiële zaken waaronder geldovermakingen, geldwissels, deposito’s en leningen.
Op zijn hoogtepunt in de negentiende eeuw was de jaarlijkse omzet van Rishengchang 38 miljoen tael (= 1900 ton zilver). In de negentiende eeuw controleerde de bank bijna de helft van de Chinese economie. De vestigingen waren wijdverspreid in de grote Chinese steden en hoofdstad Beijing.
Rishengchang Bank was the earliest bank in China. It was established in 1823, in the Qing Dynasty. It now serves as a museum showing the wisdom of Chinese people in finance at a time when all book-keeping was on paper, and the only calculating technology was the abacus.
Rishengchang literally means ‘Sunrise Prosperity’. Rishengchang Bank was the forerunner for organizing China’s early financial system and handling financial business, including remittances, money exchange, deposits, and loans.
The annual exchange amount of Rishengchang reached 38 million taels (1,900 tonnes) of silver, at its peak in the nineteenth century. In the nineteenth century, Rishengchang Bank controlled almost half of the Chinese economy. Its branches were widespread throughout China’s big cities and capital, Beijing.