Vandaag verlieten we Kioto om een bezoek te brengen aan Nara. Met de trein vertrokken we vanuit het Centraal Station, de plek die we op ons duimpje begonnen te kennen, voor een rit naar de beroemde Todai-ji-tempel. Todai-ji, te vertalen als “Oostelijke Grote Tempel” is een Boeddhistisch tempelcomplex, waarvan de bouw begon in de 8e eeuw na Christus. Het complex bevat het grootste houten gebouw ter wereld: de hal van de Grote Boeddha (Daibutsuden). Dit gebouw bevat op zijn beurt het grootste bronzen Boeddhabeeld van Japan en het grootste ter wereld van de Boeddha Vairocana. Het tempelcomplex is tevens het Japanse hoofdkwartier van de Kegonschool voor Boeddhisme. De tempel behoort samen met zeven andere gebouwen tot de historische monumenten van oud-Nara, die op de werelderfgoedlijst van UNESCO staan.
Het eerste wat opviel toen we het station verlieten waren de honderden herten die vrij en vrank in de stad rondlopen, bedelend voor eten. Het gemeentebestuur laat ze gedijen want ze zijn een van de vele toeristische trekpleisters. De houten tempel is immens en de gigantische beelden zijn niet minder impressionant. Nara is bij uitstek geschikt als daguitstap vanuit Kioto.
Vooraleer we opnieuw de trein moesten nemen hadden we nog tijd om wat rond te slenteren in het 660 hectare grote Nara Park, gevuld met ontelbare herten, tempels, schrijnen en dagjestoeristen.
Enkele treinstops voor het Centraal Station brachten we nog een bezoek aan het Gekkeikan Okura Sake Museum, gelegen in de voormalige brouwerij van de Gekkeikan Sake Company. De brouwerij werd opgericht in 1638 en is een van de grootste in Japan. Het museum toont hoe sake wordt gebrouwen en we hadden de kans om een aantal sake’s te proeven.
Onze laatste avond spendeerden we naar goede gewoonte in het Food Court van het Centraal Station waar we afscheid namen van Kioto met okonomiyaki. Een half uur wachten om een plaatsje te krijgen in het restaurant deerde ons niet en na onze eerste okonomiyaki in Hiroshima was dit opnieuw een voltreffer.