We vertrokken om 7u30 naar onze laatste stop in Cambodja: Siem Reap. Onderweg bezochten we een schooltje dat plaats bood aan zo’n 200 leerlingen van alle leeftijden. De 5 leraren en leraressen hadden elk zo’n 40 studenten onder hun hoede en ook al was het schooltje nog maar 10 jaar oud, toch leek het alsof de lokalen door de felle zon en de moessonregen hun beste tijd al hadden gehad.

Rond 12u30 waren we in het hotel en hadden we nog wat tijd om de stad te verkennen. In 2004 waren we al eens in Siem Reap geweest en was het een slaperig stadje met een drietal restaurants en cafés in het toeristische centrum. Groot was onze verbazing toen bleek dat het er nu honderden zijn … We vonden ‘The red piano’, het restaurant waar we in 2004 bijna iedere dag gegeten hadden zelfs niet direct terug! De stad is door het toerisme ontploft en iedere entrepreneur met een beetje lef opent nu een zaak in Siem Reap. De toeristen zullen sowieso blijven komen.
In de namiddag gingen we naar de ingang van het Angkorcomplex waar we om klokslag 17 uur voor 40 dollar een pas van drie dagen kochten. Daarmee konden we zo goed als alle tempels bezoeken en zouden we ons de komende drie dagen niet hoeven te vervelen. Daarna ging het vliegensvlug naar Angkor Wat om de zonsondergang te zien. We hadden de keuze: aan de ingang van Angkor Wat blijven of nog een stevige wandeling maken naar de Phnom Bakheng-tempel om daar de zonsondergang te zien. Ik offerde mij op in de hoop de zon te zien ondergaan over de tempels en de jungle van Siem Reap, wat een schitterend spektakel zou zijn. De miserie begon al toen ik aan de tempel kwam: honderden toeristen stonden op de top van de tempel om net als ik een foto te maken. Laverend tussen hen en met gebruik van mijn ellebogen ben ik er in geslaagd om enkele foto’s te maken. Een schitterende zonsondergang met zicht op de tempels was het niet en de aanwezigheid van de duwende en ruziënde massa was ook niet echt bevorderlijk voor de schoonheid van het moment. Het enige pluspunt was dat ik in de verte een mooi vogelperspectief had van Angkor Wat. Morgen zou een mooie dag worden.
In 2004 zagen we amper toeristen in de weinige cafés en restaurants maar nu krioelde het er van. ’s Avonds is Pub Street the place to be voor de vele toeristen die er overnachten. Een voordeel aan de massale groei: er is happy hour!
We aten in The Red Piano en ik moet toegeven dat het nog even lekker was als in 2004.