Vroeg uit de veren voor een van de langste reisdagen. 299 km van Vernon naar Vancouver met 2 stops: Kettle Valley railway tunnels en Lynn Canyon Park. De Kettle Valley Othello-treintunnels zijn een reeks oude tunnels en bruggen die door de massieve granieten muren snijden boven de wilde Coquihalla-rivier. In het begin van de 20e eeuw besloot de Canadian Pacific Railway om de zuidelijke kust van British Columbia met de Kootenays te verbinden en de beste optie was een route door de Coquihalla-kloof. Vandaag heeft de route geen spoorlijnen meer en is deze gerestaureerd als onderdeel van de Kettle Valley Railway Trail, een populaire fietsroute die de oude treinroutes door tunnels volgt en bekend staat om zijn geleidelijke hoogteverschillen. De Coast Mountain Range bleek een behoorlijke uitdaging om een spoorweg te bouwen en tijdens een wandeling wordt het onmiddellijk duidelijk hoe moeilijk het moet geweest zijn. De steile rotswanden, het gewelddadig stromende water eronder en de afgelegen ligging maakten de bouw levensgevaarlijk.
Toen Lynn Canyon Park officieel werd geopend in 1912, was het slechts 4,9 hectare groot. Nu omvat het park 250 hectare. Het park heeft veel wandelpaden van verschillende lengte en moeilijkheidsgraad. Lynn Creek en Lynn Valley zijn vernoemd naar John Linn, een Royal British Engineer die in 1871 land kreeg aan de monding van de kreek. De Linn-achternaam werd vaak verkeerd gespeld als “Lynn” waardoor rond de eeuwwisseling Linn Creek Lynn Creek was geworden. In 1910 schonken de McTavish-broers 5 hectare canyonland aan het district North Vancouver. Ze hoopten dat een park mensen naar hun vastgoedontwikkeling zou lokken. Het District van North Vancouver accepteerde het geschenk en voegde nog eens 4 hectare toe. Walter Draycott bezocht de Lynn Valey op een picknick in 1911 en werd verliefd op de ruige wildernis. In 1912 kocht hij 3 percelen bij de kloof voor $ 600. Lynn Canyon Park werd officieel geopend tijdens de eerste Lynn Valley Days-viering op 14 september 1912.
Aangekomen in Vancouver maakten we nog een korte stop aan de verzameling totempalen bij Brockton Point, de bekendste attractie van Stanley Park, het groene hart van de stad. In de loop der tijd zijn in Vancouver en omgeving diverse totempalen gevonden, waarvan de replica’s nu in Stanley Park staan. De originelen, waarvan sommigen dateren uit 1880, zijn verspreid over diverse musea. In de palen zijn mythische verhalen gegraveerd van oude Indiaanse stammen en 8 van de 9 palen zijn beschilderd. De negende, onbeschilderde, paal werd in 2009 toegevoegd door Robert Yelton, een lid van de Squamish Nation-stam, op de plaats waar de Yelton-familie oorspronkelijk woonde. De paal is een eerbetoon aan zijn moeder, een van de laatste mensen die in Stanley Park hebben gewoond.
Na het bezoekje aan de totempalen reden we rechtstreeks naar het hotel in Robson Street, dé winkelstraat van Vancouver, en aten in een van de talloze restaurantjes in de buurt.
Travel the world 