In de gietende regen vertrokken we ’s ochtends om een wandeling te maken door Beppu. Al snel werd duidelijk dat Beppu niet de meest indrukwekkende en toeristische stad van de reis zou worden, ook al zagen we maar een klein stukje. Veel viel er niet te beleven en het weer hielp ook niet mee. In het grote stadspark deden we wel een ontdekking: osmanthus fragrans, een heerlijk geurende plant die we ons altijd zullen herinneren.
Na een niet bijster spannende wandeling en de lunch was het tijd om de ferry te nemen naar Matsuyama. Japan telt tienduizenden automaten waar je van alles en nog wat kunt krijgen, maar in het station vonden we er eentje die we nog niet gezien hadden: een frietjesautomaat! Rare mensen, die Japanners …
Na 2,5 uren varen door een weinig overweldigend landschap arriveerden we in de haven van Matsuyama, een weinig bekende stad waar we twee nachten zouden verblijven. Na een lange, doelloze zoektocht vonden we uiteindelijk een goed restaurant waar we een heerlijke steak aten. Alle dagen sushi is heerlijk, maar een mens mag al eens zondigen.