De bouw van het grote rode zandstenen fort aan de oever van de rivier Yamuna, werd begonnen door keizer Akbar in 1565. Verdere toevoegingen zijn gemaakt door zijn kleinzoon Shah Jahan, met behulp van zijn favoriete bouwmateriaal: wit marmer. Het fort werd in eerste instantie gebouwd als een militaire structuur, maar werd door Shah Jahan omgetoverd in een paleis. Later werd het acht jaar zijn vergulde gevangenis nadat zijn zoon Aurangzeb de macht greep in 1658. Het fort bestaat uit een doolhof van gebouwen, een stad binnen een stad, met inbegrip van enorme ondergrondse secties. Veel van de structuren werden door de jaren heen vernietigd door Nadir Shah, de Marathas, de Jats en tenslotte de Britten, die het fort gebruikten als garnizoen. Zelfs vandaag de dag wordt een groot deel van het fort gebruikt door het leger en is dus niet toegankelijk voor het grote publiek.
Construction of the massive red-sandstone fort, on the bank of the Yamuna River, was begun by Emperor Akbar in 1565. Further additions were made, particularly by his grandson Shah Jahan, using his favourite building material – white marble. The fort was built primarily as a military structure, but Shah Jahan transformed it into a palace, and later it became his gilded prison for eight years after his son Aurangzeb seized power in 1658. The fort contains a maze of buildings, forming a city within a city, including vast underground sections, though many of the structures were destroyed over the years by Nadir Shah, the Marathas, the Jats and finally the British, who used the fort as a garrison. Even today, much of the fort is used by the military and so is off-limits to the general public.