In de zoutmijn van Zipaquira, tussen de prachtige bergen nabij Bogotá, zijn twee kathedralen gemaakt. Aan het begin van de twintigste eeuw hakten mijnwerkers de eerste uit, welke werd ingewijd in 1954, om vervolgens wegens veiligheidsredenen in 1990 definitief gesloten te worden. Tussen 1991 en 1995 werd zo’n 250.000 kilo zout weggehaald om het nieuwe en huidige ondergrondse heiligdom uit te hakken, dat inmiddels wordt beschouwd als één van de belangrijkste monumenten in Colombia. De kathedraal heeft een lengte van 75 meter en is 18 meter hoog.
De tour door de zoutmijn leidt ons langs 14 kapellen die de kruisweg van Jezus Christus weergeven. Het pad eindigt bij de kathedraal die is opgesplitst in drie delen, waarin de geboorte, het leven en de dood van Jezus wordt uitgebeeld.