Tikal was de hoofdstad van een staat die een van de machtigste rijken van de Maya-beschaving werd. Hoewel de monumentale architectuur op de site dateert van voor de vierde eeuw v. Chr., bereikte Tikal zijn hoogtepunt tussen ca. 200 en 900 na Christus. Gedurende deze tijd domineerde de stad een groot deel van de regio zowel op politiek, economisch en militair vlak. Na 900 na Christus werden er geen nieuwe grote monumenten gebouwd in Tikal en er is bewijs dat de paleizen van de elite in brand werden gestoken. Deze gebeurtenissen werden gekoppeld aan een geleidelijke afname van de bevolking, met als hoogtepunt het verlaten van de site aan het eind van de 10e eeuw.
Tikal was the capital of a state that became one of the most powerful kingdoms of the ancient Maya. Though monumental architecture at the site dates back as far as the 4th century BC, Tikal reached its apogee between ca. 200 and 900 AD. During this time, the city dominated much of the Maya region politically, economically, and militarily, while interacting with areas throughout Mesoamerica such as the great metropolis of Teotihuacan in the distant Valley of Mexico. There is evidence that Tikal was conquered by Teotihuacan in the 4th century AD. After 900 AD, no new major monuments were built at Tikal and there is evidence that elite palaces were burned. These events were coupled with a gradual population decline, culminating with the site’s abandonment by the end of the 10th century.