Het begin van de kerk gaat terug tot de 13e eeuw. De eerste kerk betrof een aan Sint-Laurentius gewijd romaans kerkgebouw. Na de verwoesting van Breslau, het huidige Wroclaw, door de Mongolen in 1242 werd er een nieuwe kerk gebouwd, die door bisschop Thomas I aan de heilige Elisabeth van Thüringen werd gewijd.
De huidige drieschepige basiliek in gotische stijl ontstond aan het begin van de 14e eeuw onder hertog Bolslaw III. In de jaren 1452-1456 volgde de bouw van een nieuwe, 130 meter hoge kerktoren. De 130 meter hoge toren stortte in 1529 in door een storm en zware hagelval. Enkele jaren later, in 1535, werd een nieuwe, ditmaal 90 meter hoge kerktoren gebouwd waarin zes klokken kwamen te hangen.






De kerk doorstond de Tweede Wereldoorlog zonder ernstige beschadigingen. De laatste Duitse dienst werd op 30 juni 1946 gehouden. Na de etnische zuivering van de oorspronkelijk Duitse bevolking werd de kerk in gebruik genomen door Poolse protestanten. Op 2 juli 1946 werd er echter beslag gelegd op het gebouw en volgde de overdracht van de kerk als garnizoenskerk aan het militaire apparaat. Tot op de dag van vandaag is de kerk een garnizoenskerk gebleven.








Na de oorlog werd de kerk door drie branden getroffen. De eerste brand vond plaats op 4 juni 1960 na blikseminslag, een tweede brand in de toren volgde op 20 september 1975, maar de ernstigste brand vond plaats op 9 juni 1976, toen een groot deel van het interieur van de kerk werd verwoest, waaronder het monumentale orgel. Vanaf 1981 werd er gewerkt aan het herstel van de kerk. Hierbij werden moderne bouwmaterialen zoals staalbeton toegepast. De gereconstrueerde kerktoren is nu 91,5 meter hoog en bezit een voor het publiek toegankelijk platform. In 1997 werd de kerk weer opengesteld voor het publiek en werden er weer eucharistievieringen gehouden. Het Engler orgel dat in 1976 verging tijdens de grote brand en het koor werd herbouwd en is sinds 2024 opnieuw te bewonderen.

