De kern van de Old Masters collectie wordt gevormd door de Zuid-Nederlandse schilderkunst, met 15e-eeuwse meesterwerken van Rogier van der Weyden, Petrus Christus, Dirk Bouts, Hans Memling, Jeroen Bosch en Gerard David. Voor de 16e eeuw wordt Pieter Bruegel de Oude prachtig belicht met werken als De val van de opstandige engelen en De volkstelling van Bethlehem. Tot slot is de Vlaamse school van de 15e tot de 18e eeuw vertegenwoordigd door Peter Paul Rubens, Anthony van Dyck en Jacques Jordaens, terwijl de Franse en Italiaanse scholen aan bod komen via Simon Vouet, Philippe de Champaigne, Le Lorrain, Jusepe de Ribera en Giovanni Battista Tiepolo.
Het parcours wordt nu aangevuld met nieuwe presentaties die stapsgewijs werken integreren uit het Fin-de-Siècle Museum en het Modern Museum (momenteel allebei ontoegankelijk). Iconische werken uit de artistieke bloeiperiode rond 1900—James Ensor, Fernand Khnopff, Léon Spilliaert, enz. zullen langzaam hun plaats vinden in de permanente ruimtes. Ook werken van Salvador Dalí, Henri Matisse, Francis Bacon, Marcel Broodthaers en Ann Veronica Janssens zijn opnieuw te zien.

































