De rit naar begon met een uurtje vertraging want het benzinestation waar getankt moest worden zat zonder benzine,. Na heel wat rondbellen en informeren wist de chauffeur een andere plaats te vinden zodat we toch konden vertrekken naar de plaats waar Che Guevara vereerd wordt als een heilige: Santa Clara.
De rit van 270 kilometer en ongeveer 4 uren rijden met een stop in een wegrestaurant in Los Hoyos over voornamelijk snelwegen was een leuke afwisseling vergeleken met de horrorrit van de vorige dag. We hadden dan ook nog meer dan voldoende tijd om de stad te verkennen.
De eerste stopplaats was de plek en de voornaamste reden waarom toeristen Santa Clara bezoeken: Plaza Che Guevara met het monument, het mausoleum en de herdenkingsplaats van Che Guevara en zijn medestrijders.
De Argentijnse revolutionair Che Guevara is in Cuba erg geliefd door zijn bijdrage aan de revolutionaire beweging. Hij hielp Fidel Castro aan de macht en werd het symbool van de Cubaanse revolutie. Om Che Guevara te eren is in Santa Clara een gedenkplaats opgericht.
In 1967 kwam Che Guevara om het leven in Bolivia. Vijftien jaar later, in 1982, begonnen de werkzaamheden voor de gedenkplaats ter nagedachtenis aan Che. In het complex bevindt zich onder andere een museum gewijd aan het zijn leven met kleding, boeken en andere persoonlijke bezittingen van hem. In 1988 werd de gedenkplaats officieel ingehuldigd, het mausoleum ontbrak toen nog.
Jaren nadat Guevara om het leven was gekomen is zijn stoffelijk overschot gevonden in Bolivia. Op 17 oktober 1997 werd zijn resten naar de gedenkplaats in Santa Clara gebracht en geborgen in het mausoleum. Bij deze ceremonie met militaire eer waren enkele honderdduizenden mensen aanwezig. Het mausoleum is niet alleen de laatste rustplaats van Che Guevara, maar ook de laatste rustplaats van 30 van zijn medestrijders die eveneens in Bolivia om het leven kwamen. In het mausoleum brandt een eeuwige kaars ter nagedachtenis aan Guevara en zijn mannen, aangestoken door Fidel Castro.
De stad Santa Clara werd als locatie gekozen omdat Guevara hier samen met zijn troepen de slag van Santa Clara won. Dit zorgde ervoor dat dictator Fulgencio Batista het land uitvluchtte en Fidel Castro aan de macht kwam.
Naast het mausoleum en het museum ligt nog een andere gedenkplaats voor 220 medestrijders van Castro. Niet alle gedenkstenen hebben een naam want 80 van hen zijn momenteel (begin 2024) nog in leven. Na hun dood zullen de namen in de stenen gegraveerd worden. Enkelen zijn hier ook begraven.
Het meest opvallende monument op Plaza Che Guevara is een communistisch meesterwerk: het gigantische gedenkteken voor ‘El Comandante’. De werkzaamheden aan het complex begonnen in 1982 en werden na voltooiing op 28 december 1988 ingehuldigd in aanwezigheid van Raúl Castro. Inwoners van Santa Clara hebben meer dan 400.000 uur vrijwilligerswerk bijgedragen aan de bouw van het beeldencomplex.
In het complex zijn veel verschillende aspecten van Guevara’s leven vertegenwoordigd. Zo wordt zijn tijd in Guatemala en bij de Verenigde Naties gebeeldhouwd, terwijl zijn afscheidsbrief aan Fidel volledig wordt beschreven. De aangrenzende decoratieve muur toont hem in de Sierra Maestra in overleg met Fidel, naast Camilo Cienfuegos, en in de bergen te paard. Een ander deel toont Guevara als minister van Industrie die zijn gebruikelijke vrijwilligerswerk verricht. Ten slotte worden alfabetiseringsdocenten, kinderen op scholen en jonge pioniers afgebeeld terwijl ze de dagelijkse groet uitbrengen die alle Cubaanse kinderen elke ochtend reciteren: “Wij zullen zijn als Che.”
Het complex ligt op een glooiende heuveltop met uitzicht op de stad Santa Clara en bevat een groot betegeld plein. Aan het einde van het plein staan twee grote reclameborden met citaten van Fidel Castro waarin wordt verklaard: “Che – het was een ster die je hier heeft geplaatst en je van dit volk heeft gemaakt”, en “We willen dat iedereen op Che lijkt.” In steen onder het beeld staat de bekende uitspraak van Guevara: “Een ding dat ik in Guatemala heb geleerd, is dat, als ik een revolutionaire dokter wil zijn of gewoon een revolutionair, er eerst een revolutie moet plaatsvinden.”
Een aantal elementen van het monument bevatten een symbolische betekenis. Het monument is bijvoorbeeld richting Zuid-Amerika georienteerd, wat zijn focus en visie op één verenigd Latijns-Amerika weerspiegelt. Bovendien laat het 6 meter hoge bronzen beeld van Che zien dat hij zijn pistool draagt in plaats van te richten, wat symboliseert dat hij “altijd voorwaarts gaat”. De mitella die Guevara tijdens de strijd droeg, het resultaat van een eerder gebroken arm, is ook in het beeld geëtst. Aan de voet van het monument staat Guevara’s motto: “Hasta la Victoria Siempre” (Altijd verder naar de overwinning).
Tenslotte brachten we ook nog een bezoek aan het Monumento a la Toma del Tren Blindado. Op 28 december 1958 slaagde Che Guevara er in met 300 man Santa Clara te veroveren, die door 3000 soldaten van president Batista werd verdedigd. De daaropvolgende dag bracht Guevara de dictator opnieuw een nederlaag toe door een gepantserde trein te laten ontsporen. Hierin zaten 408 soldaten, allerlei wapens en twee maanden provisie die naar het oosten van Cuba vervoerd moesten worden om de opmars van de rebellen tegen te gaan. Ter herdenking van deze gebeurtenis schiep de Cubaanse beeldhouwer José Delarra een museum en een monument op de plaats waar de trein is ontspoord, namelijk op de spoorlijn naar Remedios in het noordoostelijke deel van Santa Clara. Met behulp van vier originele wagons van de gepantserde trein en de bulldozer, militaire plattegronden en kaarten, foto’s en wapens wordt een goede impressie van de gebeurtenis geschetst.














