Dag 10: Camagüey – El Saltón

Een redelijk korte rit van in totaal een uurtje of vijf, goed voor zo’n 300 km. Van Camaguëy, via Las Tunas en Bayamo om twee nachten te overnachten in Villa Internacional El Saltón in het midden van het Sierra Maestra-gebergte.

Na twee uren rijden was het tijd voor de dagelijkse stop om de chauffeur de kans te geven om te gaan tanken. Veel was er niet te beleven en een uur later reden we dan ook snel verder.

Een uur later stopten we in Bayamo voor de lunch. Bayamo is de hoofdstad van de provincie Granma in Cuba, en is een van de grootste steden in deze regio. Het werd gesticht door Diego Velázquez de Cuéllar op 5 november 1513. In de 16e eeuw was het een van de belangrijkste landbouwgebieden van het eiland. Omdat het zover landinwaarts ligt had het nauwelijks last van piraten.

Bayomo is tevens bekend doordat het de geboorteplaats is Carlos Manuel de Céspedes, de eerste president van de republiek Cuba. Hij was een van de bevrijders van Cuba in de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Spanjaarden. Het geboortehuis van Céspedes is nu een museum.

standbeeld van Céspedes
Supermarkt van de staat, weinig keuze en veel van hetzelfde, enkel te betalen met kredietkaart

Na nog twee uren rijden kwamen we aan in Hotel El Saltõn, gelegen in een groene oase in de Sierra Maestra.

wolfsmelk

Net zoals Havana, Santiago de Cuba en Santa Clara speelde de Sierra Maestra een belangrijke rol in de Cubaanse revolutie.

Op 26 juli 1953 leidde Castro 119 rebellen bij een aanval op de Moncadakazerne in Santiago de Cuba. De aanval mislukte toen de colonne aanvallers opgemerkt werd door een leger patrouille. Het effect van de verrassing was verloren en de aanval werd in de kiem gesmoord. 55 aanvallers werden gevat, gefolterd en vermoord door Batista’s troepen. Castro en een paar anderen ontsnapten naar de nabijgelegen bergen maar werden snel gearresteerd.

Moncada-kazerne in Santiago de Cuba

Castro’s gevangenneming werd spoedig overal bekend, zodat een proces, gelukkig voor Castro, onvermijdelijk was. Fidel, zelf advocaat, voerde zijn eigen verdediging en die van zijn kompanen in het historisch pleidooi, “La historia me absolverá”, “De Geschiedenis zal me vrijspreken”. De groep werd uiteindelijk veroordeeld tot 15 jaar opsluiting op het Isla de la Juventud en ze werden opgesloten in de Presidio Modelo gevangenis. In februari 1955 won Batista frauduleuze verkiezingen en als propagandastunt liet hij een aantal politieke gevangenen vrij, waaronder Castro en zijn handlangers. Castro vluchtte evenwel onmiddellijk naar Mexico, vanwaar hij een nieuwe opstand zou voorbereiden. Frank Pais bleef achter in Santiago de Cuba om de Beweging van de 26ste Juli (verkort M-26-7) ondergronds te uit te bouwen.

In Mexico werd een rebellenleger getraind en uitgerust en op 2 december 1956 landde Castro met 81 kompanen met het jacht Granma op Playa Las Coloradas, een kustplaatsje in de zuidelijke provincie Oriente. Een paar dagen later werden ze opgemerkt door de troepen van Batista die onmiddellijk actie ondernamen en verschillende leden ombrachten. Castro en slechts 11 anderen, onder wie Che Guevara, Raul Castro en de toekomstige comandant Camilo Cienfuegos wisten te ontsnappen. Ze konden zich in de Sierra Maestra, een bergketen ten westen van Santiago de Cuba, verbergen. Ze kregen steun van Celia Sanchez, leidster van de M-26-7 in Manzanillo.

het paviljoen van de jacht Granma in Havana

Op 17 januari 1957 scoorden de guerrilla’s voor de eerste keer een overwinning op een kleine legerpost aan de zuidkust van Cuba. Op 13 maart 1957 pleegde in Havana een groep studenten een mislukte aanslag op Batista in het presidentiële paleis (huidige Museo de la Revolución). 32 van de 35 aanvallers overleefden de aanslag niet. Een aantal studenten die op Radio Reloj de val van Batista had aangekondigd, werden eveneens vermoord. Iedereen die iets met het incident te maken had, inbegrepen studentenleider Echevarria, werd omgebracht. De M-26-7 beweging won echter alleen meer aanhang.

Op 28 mei 1957 veroverden de revolutionairen een legerpost in El Uvero, nabij Santiago de Cuba, en bemachtigden zo belangrijke voorraden wapens en munitie. Op 30 juni werd Frank Pais vermoord in Santiago de Cuba. Maar de opgang van de M-26-7 was niet meer te stoppen en tegen het einde van 1957 had Castro een vaste commandopost geïnstalleerd in La Plata, onbereikbaar hoog in de Sierra Maestra. Van daaruit startte in februari 1958 de uitzendingen van Radio Rebelde. Raul Castro zette een tweede commandopost op in de Sierra de Cristal aan de noordoostkust van de Oriente.

Raul Castro, Fidel Castro en Cienfuegos in de Sierra Maestra

In mei 1958 stuurde Batista een troepenmacht van 10.000 soldaten de bergen in om de Castristen uit te schakelen. Maar geheel onverwachts was zijn leger tegen de zomer al verslagen en werd het grootste deel van haar uitrusting buitgemaakt. Dit betekende een definitieve omslag in de strijd.

Na lange voettochten wisten de commandanten Che Guevara en Camilo Cienfuegos met hun colonnes twee nieuwe fronten te openen in de provincie Villa Clara. Belangrijke veldslagen werden gewonnen in Guisa en in de Sierra del Escambray. Op 28 december 1958 overmeesterden Che Guevara’s troepen een gepantserde trein in Santa Clara, en op 30 december won Camilo Cienfuegos een beslissend gevecht in Yaguajay. Op 30 december gaf Batista zich gewonnen en in de nieuwjaarsnacht van 1 januari 1959 ontvluchtte Batista Havana. In de loop van deze dag ondertekende het leger van Batista de capitulatie in Santa Clara. Guevara en Cienfuegos trokken op 2 januari Havana binnen, op 8 januari gevolgd door Castro.

wagons van de trein die Che en zijn troepen buitmaakten in Santa Clara
Categorieën 2023 Cuba, Dag 10: Camagüey - El Saltón, ReisverslagenTags

Plaats een reactie

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close