De bouw van de beroemde burcht, eigenlijk een bergfried met palas (woontoren), k
apel en woningen voor het personeel op de top van de Drachenfels werden begonnen door aartsbisschop Arnold I van Keulen in 1134, maar voltooid door Gerard van Are, proost van het Cassiusstift te Bonn en het kapittel van Sint-Servaas in Maastricht, die de burcht in aanbouw kocht en voltooide. Ze was bedoeld als verdediging tegen aanvallen op Keulen uit zuidelijke richting.
De burcht stond onder bevel van een burggraaf, die tevens de rechten op de trachiet-winning had. De bouw van de Dom van Keulen maar ook export (over de Rijn) naar Nederland maakten dit een lucratieve post.
Het delven van dit materiaal ondermijnde echter de soliditeit van de burcht en in 1632 was de burcht al beschadigd. Tijdens de Dertigjarige Oorlog werd ze veroverd en vernietigd door Zweedse troepen. Als strategisch punt had de Drachenfels hiermee afgedaan.




