De Dom van Trier (Dom St. Peter) is de kathedraal van de stad en de oudste bisschopskerk van Duitsland. Hij gaat in de kern terug op een Romeinse basilica die vanaf 326 werd gebouwd door de Romeinse keizer Constantijn de Grote. In de 11de eeuw kreeg de dom zijn huidige westfaçade. De dom staat sinds 1986 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
De plattegrond van de kerk is die van een rechthoek met twee halfronde uitstulpingen aan de oost- en westzijde. De afmetingen bedragen 112,5 x 41 m, waarmee de Dom het grootste religieuze bouwwerk is in Trier (groter dan de Basilica van Constantijn). Het interieur bestaat uit drie grotendeels romaanse beuken met gotische gewelven. De Romeinse basilica is daarin nauwelijks meer te herkennen. De kerk had voorheen een sterk barokke uitstraling, maar dat is door diverse aanpassingen veranderd. Alleen het uitbundige westkoor, de twee zijkapellen en het hoofdaltaar en diverse andere altaren zijn in barokke stijl gelaten. Een romaans timpaan in de rechterzijbeuk stelt Christus geflankeerd door de Petrus en Maria voor. In de met pleisterwerk beklede Mariakapel rechts van het koor staat een sierlijk Mariabeeld uit de 16e eeuw. Hier bevindt zich ook de toegang naar de schatkamer en de plek waar men door een opening in de muur een blik kan werpen op de kapel waar de Heilige Tuniek wordt bewaard. Aan de linkerkant van het koor bevindt zich de sacramentskapel, afgesloten met een fraai hekwerk dat de ‘Gouden Poort’ wordt genoemd, een overblijfsel van het koorhek dat eertijds het priesterkoor afsloot.


















































